
Wat is vlaai?
Vlaai kent iedereen, maar de vraag ‘wat is vlaai’ is niet zo makkelijk te beantwoorden. Er zijn namelijk verschillende varianten. Over het algemeen is het een zoete taart, meestal gevuld met vruchten, maar vlaai kan ook een vulling van compote, rijst of pudding hebben.
Vaak wordt een vlaai afgedekt met een raster van deeg (ook wel ruitjes, riempjes of ladders genoemd), maar dit kan ook een kruimellaag of een volledig dichte deksel zijn. Daarnaast zie je varianten die helemaal open zijn.
Tip

Boek direct jouw Hyundai i10 proefrit
Vraag nu een gratis en vrijblijvende proefrit aan en ervaar de i10 zelf.
Ook het soort deeg kan verschillen. Het meest voorkomend is gistdeeg, dat lijkt op zacht brooddeeg en een neutrale smaak heeft. Soms heeft een vlaai knapperig deeg, ook wel linzendeeg genoemd.
Dit deeg is wat zoeter is dan het traditionele gistdeeg en heeft niks met peulvruchten te maken, maar is afkomstig van de ‘Linzertorte’ uit de Oostenrijkse stad Linz. Het zijn de geroosterde, gemalen noten (meestal hazelnoten, maar soms ook walnoten of amandelen), citroen en specerijen die het zo lekker maken.
Welk deeg er ook wordt gebruikt: de bodem moet in ieder geval stevig genoeg zijn, zodat wanneer je een punt snijdt, je deze zo uit de hand kunt eten.
Ook iedere week de lekkerste tips & recepten ontvangen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief:
De geschiedenis van vlaai
De geschiedenis van de vlaai is al eeuwenoud. Al in de 16e eeuw beeldde Pieter Bruegel vlaaien af op zijn schilderij Nederlandse spreekwoorden. Het verhaal gaat dat vlaai oorspronkelijk afkomstig is van de Germanen, die brooddeeg op een door het vuur verhitte steen legden.
Vervolgens overgoten ze het deeg met honing of vruchtensap of belegden ze het met fruit om het zoeter te maken. Zo was de ‘vlade’, wat ‘plat’ betekent, geboren. In de Duitse historie vinden we de vlaai terug als offerbrood, dat in kloosters werd gebakken in een zogenaamd ‘vladehuis’, en gevuld was met pruimen, peren of appels.
In Limburg waren vlaaien onlosmakelijk verbonden met kermissen, die vaak in de oogsttijd plaatsvonden. De ongebakken vlaaien werden op grote houten planken gezet en naar de gemeenschappelijke oven of dorpsbakkerij gedragen. Bij verschillende vakwerkhuizen in het Limburgse Epen, Eperheide en Schweiberg zie je nog altijd zo’n ‘bakhoes’ staan.
Ook elke andere feestelijke gelegenheid werd aangegrepen om vlaai te bakken, zoals verjaardagen, bruiloften, maar ook bij de koffie op zaterdagmiddag of zelfs begrafenissen. Overigens werden er per persoon meestal meerdere stukken van verschillende smaken gegeten, wat tot op de dag van vandaag in Limburgse families nog steeds de standaard is.

Erkenning in Europa?
In 2022 hebben zowel België als Nederland voor de Limburgse vlaai de Europese erkenning ‘Beschermde Geografische Aanduiding’ (BGA) aangevraagd, net zoals Goudse kaas die heeft. Deze is januari 2024 goedgekeurd waardoor alleen vlaaien die in Nederlands of Belgisch Limburg en volgens specifieke regels worden gebakken voor ‘Limburgs’ doorgaan.
De criteria zijn niet mis. Onder andere moeten de bodem, vulling en topping van de vlaai tegelijk gebakken worden. Een aardbeienvlaai met verse aardbeien en slagroom erbovenop is dus geen Limburgse vlaai.
Zelfs na het bakken wat suiker over de vlaai strooien, of gelatine over de vlaai smeren is uit den boze. De diameter moet minimaal 10, maximaal 30 centimeter zijn en het deeg moet uit minimaal 300 gram boter bestaan, om Limburgs genoemd te mogen worden.
Klassieke smaken
Vlaai bestaat in allerlei soorten en smaken. Kersen-, abrikozen-, of appel(kruimel)vlaai kennen we allemaal, maar heb je al eens kruisbessenvlaai geprobeerd? Afhankelijk van waar in Limburg je bent wordt hij ook wel krosjelevlaai, kroonselevlaoj of staekbaerevlaaj genoemd en wordt hij al dan niet met sjoem (schuim op z’n Limburgs) geserveerd.
Rijstevlaai, in België en Frankrijk ook wel tarte au riz genoemd, is een andere bekende, die ook voorkomt met slagroom en chocoladevlokken. Puddingkruimelvlaai zie je ook regelmatig bij de Limburgse bakker, en heeft – zoals de naam al doet vermoeden – een romige puddingvulling en knapperige kruimellaag.

Vlaai in Limburg
Ben je een dagje in Maastricht? Breng dan zeker een bezoekje aan De Bisschopsmolen. Deze bakkerij midden in het centrum is alleen al leuk om te bezoeken vanwege de ouderwetse watermolen die je van dichtbij kunt bekijken.
De inmiddels gerenoveerde molen wordt nog steeds gebruikt om het graan te malen. Van de bloem worden de lekkerste vlaaien gebakken, die je ter plekke (het liefst zo uit de hand) kunt proeven.
Recept voor Limburgse kersenvlaai van de Bisschopsmolen
Heb je zin gekregen om zelf aan de bak te gaan? Wij delen het recept van De Bisschopsmolen voor een klassieke kersenvlaai.
> naar het recept: Limburgse kersenvlaai van de Bisschopsmolen
Lees ook:
5x vlaaien bakken
Dit zijn de lekkerste Limburgse lekkernijen
Wat zijn kruisbessen en wat kun je ermee?
Onze tips

Restjes over na kerst? Dit kun je ermee doen

Bord opmaken met kerst? Met deze tips serveer je als een topchef

Zo makkelijk kun je zelf ragout maken

Zo maak jij je gerechten slim van tevoren en ga je stressvrij de feestdagen in

Dé kerstdessert-hack: cheesecake uit de snelkookpan

Met deze simpele trucjes proef jij wijn zoals een sommelier

Zo overleef je kerst zónder stress: 5 tips die echt werken

Oliebollen bewaren en opwarmen: zo blijven ze het lekkerst

Deze keukenfout verpest voor veel mensen pakjesavond

Voor eens en altijd: het verschil tussen pepernoten en kruidnoten

Zo kun je het beste salades bewaren & meenemen

Deze 10 producten moet je nooit in de koelkast bewaren

Iedereen maakt deze fout bij het bewaren van eten in de koelkast

Welk vlees voor stoofvlees? Zó kies je altijd de juiste soort

Zuurdesemstarter maken: tips en recept van de chef

Kaasfondue is gaan schiften: zo kan je het redden

Anne Mebelder
Redacteur
Kan niet zonder koffie. Eet elke dag chocola. Lepelt in no time een pot pindakaas leeg. Is dol op croissants (ongeacht het tijdstip), moules frites en al het andere uit de Franse keuken. Ontbijt met taart. Loopt hard om meer te kunnen eten, of was het andersom?




