Een heerlijke malse kipfilet bereiden: zo doe je dat

Kipfilet wordt gesneden van de kippenborst en is met slechts 1 gram vet per 100 gram een van de magerste vleessoorten. Dat maakt het een gezonde, veelzijdige en lichte eiwitbron, maar het nadeel van kipfilet is dat het snel uitdroogt. En een droge kip, daar houden de meeste mensen niet van. Een simpele oplossing is om kipfilet te vervangen door kippendijfilet. Deze bevat namelijk meer vet en is daardoor veel smaakvoller en malser. Heb je toch liever kipfilet? Geen zorgen, met de juiste kooktechniek kun je ervoor zorgen dat je altijd heerlijk malse kipfilet serveert. Lees snel verder hoe je dat doet!

Wil je ook iedere week de lekkerste recepten & tips ontvangen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief:

Door de kipfilets voor de bereiding een flinke tik te geven, beschadig je een beetje de eiwitstructuur en wordt het vlees iets zachter. Als je de kipfilets platslaat zorg je er bovendien voor dat ze over de hele lengte ongeveer dezelfde dikte hebben. Dat is belangrijk voor een perfecte, gelijkmatige garing van je kipfilet. Op die manier voorkom je dat het dunne deel al droog is, terwijl het dikkere deel nog niet gaar is. Je kunt de kipfilets het beste beschermen met een laagje vershoudfolie voor je ze platslaat, zodat je het oppervlak niet te veel beschadigt. Sla de kipfilets vervolgens voorzichtig met een vleeshamer, een deegroller of je handpalm, maar overdrijf het niet en zorg dat het vlees niet te dun wordt.

Door de kipfilet te laten marineren wordt het vlees zachter en malser. Dat komt omdat bepaalde ingrediënten de eiwitten langzaam afbreken en zo de structuur van het vlees veranderen. Maak je marinade bijvoorbeeld op basis van olijfolie, yoghurt en citroensap. Deze drie ingrediënten zorgen namelijk samen voor een heerlijk zachte, malse kipfilet. Voeg vervolgens andere smaakmakers toe, zoals geperste knoflook, geraspte gember, kruiden en specerijen naar smaak. Doe de kipfilet in een ziplockzak en schenk de marinade erbij. Sluit de zak en masseer de inhoud zodat de marinade goed verdeeld is. Laat de kip vervolgens minimaal 1 uur maar het liefst de hele nacht in de koelkast marineren. Zo wordt de kip niet alleen heerlijk mals, maar trekken ook alle smaken goed in het vlees.

Pekelen is een eeuwenoude methode om vlees zachter en langer houdbaar te maken. Een pekel is niets anders dan een oplossing van zout in water. In tegenstelling tot marineren behoudt het vlees na de behandeling met pekel zijn neutrale smaak. Wat gebeurt er precies tijdens het pekelen? Door de zoutoplossing in te laten werken verandert de structuur van de eiwitten waardoor ze beter het vocht vasthouden tijdens het bakken. Dit voorkomt uitdroging van het vlees en zorgt voor een heerlijk sappige, malse kipfilet. Verhit voor de pekel 2 liter water met 4 el zout en 4 el suiker in een pan tot het zout en de suiker opgelost zijn. Laat de pekel volledig afkoelen. Leg de kipfilets in de pekel zodat ze helemaal onderstaan en zet afgedekt 12 tot 24 uur in de koelkast. Dep de kipfilets droog en bak ze zoals je gewend bent. Heerlijk mals vlees gegarandeerd!

Baking soda oftewel baksoda is een wondermiddel met veel verschillende toepassingen in de keuken. Je zorgt ermee voor heerlijk fluffy pancakes en luchtige cakes, je maakt er aangekoekte pannen mee schoon maar je kunt het ook gebruiken om kipfilet heerlijk zacht te maken. De stoffen die van nature in baking soda aanwezig zijn, breken de vezels in het vlees af. Hierdoor wordt de binnenkant en het oppervlak van de kipfilet heerlijk zacht. Voor deze methode kun je zowel hele kipfilet als plakken of blokjes gebruiken. Gebruik ¾ tl baking soda per 250 g kipfilet. Meng de kipfilet in een kom met de baking soda zodat het vlees rondom bedekt is en laat de soda 20 minuten inwerken. Spoel af onder koud stromend water en dep de kipfilet droog. Nu kun je de kip bakken zoals je gewend bent of verwerken in je favoriete recept.

Karnemelk heeft een relatief hoge zuurgraad waardoor het kan zorgen dat vlees zoals kipfilet lekker zacht en mals wordt. Leg de kipfilet 12 tot 24 uur in een badje van karnemelk en je zal verrast zijn hoe zacht en sappig het vlees wordt! Bestrooi hiervoor de kipfilets rondom met wat zout en leg ze in een vershoudbak. Schenk de karnemelk erbij zodat de kipfilets helemaal onderstaan. Zet de bak afgedekt 12 tot 24 uur in de koelkast, maar liever niet langer want anders kan het vlees te zacht en bijna mushy worden. Neem de kipfilets voor het bakken of grillen eruit, laat uitlekken en dep een beetje droog met keukenpapier.

Je kunt de kip nog zo goed pekelen of marineren, de perfecte garing is misschien toch de belangrijkste stap om een heerlijke malse kipfilet te krijgen. Hiervoor is het belangrijk om de kip niet te kort, maar ook zeker niet te lang te bakken. Kippenvlees moet namelijk goed verhit worden zodat alle schadelijke bacteriën vernietigd zijn. Maar als je het vlees te lang bakt, droogt het uit en wordt het taai. Bak de kipfilet ca. 7 minuten aan elke kant tot de buitenkant goudbruin is en de kip vanbinnen gaar is. Controleer dit eventueel met een vleesthermometer – de kerntemperatuur moet 70-72 graden zijn.

Vergeet niet om je kipfilet te laten rusten voordat je het aansnijdt of serveert. Leg de kipfilet op een warm bord, dek losjes af met aluminiumfolie en laat 5-10 minuten staan. In die tijd kunnen de vleessappen zich weer mooi door het vlees verspreiden en lopen ze er bij het aansnijden niet gelijk uit.