Groente en fruit bewaren
Wat is er nou leuker dan groenten en fruit op de juiste manier bewaren zodat je het hele jaar nog plezier hebt van de oogst uit je moestuin? Je kunt groenten en fruit wecken, drogen, konfijten en nog veel meer. Zin om zelf aan de slag te gaan? Wij zetten de belangrijkste manieren om groente en fruit langer te bewaren op een rijtje!
Wil je iedere week de handigste tips ontvangen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief:
Inmaken / wecken
Inmaken wordt ook wel wecken genoemd. Door verhitting van de levensmiddelen en de potten, worden schadelijke bacteriën gedood en ontstaat er een vacuüm in de pot. Hierdoor blijft de inhoud jarenlang goed. Mits je de potjes eerst goed ontsmet. Bonustip: Plak etiketten op de potjes waarop de inhoud van de pot beschreven is en de datum waarop het gemaakt is.
Bij het inmaken van warme producten moet het mengsel kokend heet in de potjes gegoten worden. Vul de potjes tot aan de rand, en sluit de potjes direct goed af terwijl ze nog heet zijn. Wanneer de dichte potjes langzaam afkoelen trekt de deksel vacuüm en kun je de ingemaakte producten langer bewaren. Zet de glazen potjes niet op een koud oppervlak, een te groot temperatuurverschil kan ervoor zorgen dat de potjes springen.
Koude producten inmaken kan ook. Vul de gesteriliseerde potten met de koude ingrediënten. Nu kook je niet de ingrediënten maar de dichte potten inclusief inhoud. Zorg ervoor dat de gevulde potten goed dicht zijn en leg ze in een pan met minimaal vijf centimeter lauwwarm water. Breng het water aan de kook en laat de potten er zo’n dertig minuten in koken. Haal de potten uit het water en zet ze op een theedoek zodat ze kunnen drogen en afkoelen.
Groente bewaren door te pekelen
Pekelen is techniek om oogst langer te kunnen bewaren. De kunst hiervan keken we af bij fermentatie-expert Christian Weij: “Het pekelen van groenten betekent – zoals je waarschijnlijk al dacht – dat we ze met zout gaan bewerken. Dit zouten zorgt ervoor dat de groenten geconserveerd worden. Er zijn twee manieren van pekelen: met veel zout en met weinig zout. En het eindproduct van beide methodes is compleet anders. Pekelen met veel zout doen we in Nederland al eeuwen met snijbonen. Gesneden snijbonen worden gemengd met 15% zout en in een emmer of pot gedaan. Het zout zorgt er dan voor dat alle micro-organismen op de snijbonen doodgaan en er ook nooit meer een micro-organisme in gaat leven. Het zout is in dit geval het conserveringsmiddel. Maar 15% zout is wel heel, heel veel. Voor het opeten van de groenten die je op deze manier gepekeld hebt, moet je ze uitvoerig spoelen en het liefst een paar keer afkoken.” Als je wat minder zout toevoegt, gaan de groenten fermenteren. “Het pekelen met minder zout deden we vroeger in Nederland bijvoorbeeld met augurken. Het Engelse woord voor een augurk (pickle) zegt het eigenlijk al.”
Drogen
Drogen is een van de oudste technieken om oogst te bewaren. Vooral fruit is hier erg geschikt voor. De meeste fruitsoorten bevatten 80-90% water. Door het vochtgehalte terug te brengen naar 5-30%, worden ze resistent tegen micro-organismen en kunnen ze niet bederven. In voedingsmiddelenindustrie wordt fruit zoals abrikozen meestal bespoten met zwavelverbindingen om bruining tegen te gaan, maar dat is niet noodzakelijk. Je kunt fruit zelf drogen aan de lucht, op lage temperatuur in de oven of in een speciale voedseldroger. Gebruik je de oven, zet hem dan aan op de laagste stand (50-70°C) en verdeel de vruchten zoals abrikozen of appelplakken over een met bakpapier beklede bakplaat. Besprenkel het fruit eventueel met wat citroensap om verkleuring te voorkomen. Droog in de oven tot het fruit droog aanvoelt en niet meer plakt, dat kan wel 6 uur of langer duren. Zet de ovendeur op een kier of open hem regelmatig zodat het verdampte vocht kan ontsnappen. Bewaar het gedroogde fruit op een koele en donkere plek.
Conserveren met suiker
Naast het drogen is er nog een handige methode om vruchten langer houdbaar te maken: met suiker. Door het suikergehalte in fruit te verhogen, wordt het fruit beter bestand tegen micro-organismen. Suiker is namelijk, net als zout, een uitstekend natuurlijk conserveringsmiddel. Er zijn verschillende manieren om dat te doen. Je kunt fruit konfijten of er bijvoorbeeld samen met (gelei)suiker een lekkere jam of gelei van maken. In Foodies Go Green vertellen we je stap voor stap hoe je zelf fruit kan conserveren door er jam van te maken.
Konfijten
Konfijten is een techniek waarbij fruit wordt beschermd door een laagje suiker(siroop). Bij het konfijten leg je de hele vruchten, stukjes fruit of de schil van citrusvruchten in warme suikersiroop. Het fruit zuigt de siroop langzaam op en na het opdrogen ontstaat een beschermend laagje suiker aan het oppervlak. Het fruit wordt als het ware ‘geïmpregneerd’ door de siroop. Door deze conserveringstechniek blijft het fruit heel lang houdbaar, maar het nadeel is dat het eindproduct veel toegevoegde suiker bevat. Gekonfijt fruit heet in het Engels niet voor niets ‘candied fruit’. Je kunt het eerder zien als suikerwerk dan als echt fruit.
> naar het recept: gekonfijte sinaasappel